Sloppenwijken en giraffes

Heey Allemaal!

Ik dacht: ‘Ik zet weer even een berichtje online, zodat jullie op de hoogte blijven van mijn spannende avonturen hier!’ Het leven gaat hier gewoon zijn gangetje. De Nederlanders die hier zitten hebben nu allemaal malaria gekregen. (Ik niet meer hoop ik). Maar dat is de gewone gang van zaken, als je hier net aankomt.

Op het centre kijken we vaak naar leuke films omdat het regenachtig weer is. Finding Nemo vonden de kinderen bijvoorbeeld erg leuk. Halverwege de film valt vaak de stroom uit en dan trekken Teuntje en ik maar weer wat andere leuke dingen uit de kast om te doen.

Er is weer een nieuwe jongen van de straat naar het centre toe gekomen, we zagen hem al wel eens over straat lopen met zijn flesje lijm. Hij liep ons achterna en vroeg om geld. Ik vond dat toen erg irritant, maar nu hij op het centre zit vind ik het wel een lieve jongen hoor! We horen nu ook steeds meer van de kinderen zelf hoe het leven op straat is. Ik begrijp echt niet waarom er nog vaak kinderen zijn die weglopen van het centre. Er schijnt namelijk een priester te zijn die zegt dat hij alle kinderen van kitui van de straat gehaald heeft. Hij krijgt hier erg veel geld voor en hij vind zichzelf helemaal da bom. Het vervelende is alleen dat hij de kinderen op de grond laat slapen in een oude loods waar allemaal water op de grond ligt. De kinderen moeten dan een droog plekje zien te vinden en op de koude grond gaan slapen. Vaak worden ze ook misbruikt door de andere kinderen die er zijn, niemand die daar ook maar een oogje in het zeil houdt. Als avondeten krijgen ze porridge (een soort drinkbare behanglijm) die ook nog heel erg waterig is. Ze krijgen geen ontbijt of lunch dus gaan ze de volgende ochtend gewoon weer de straat op om hun eten bij elkaar te scharrelen. Alleen ‘s avonds keren ze weer terug naar de loods.
De politie in Kenia is ook heel ‘aardig’ voor de straatkinderen. Eens in de zoveel tijd gaan ze de straat op om de kinderen ‘er af te halen’. Dat doen ze door ze in elkaar te slaan en te schoppen. Daarna worden ze in de gevangenis gestopt en na verloop van tijd worden ze weer vrijgelaten. Ik begrijp dat de regering een oplossing wil hebben voor dit probleem maar hier zie ik dus echt het praktisch nut niet van in.
We moeten nu vaak voor de zuster wat dingen op de computer uittypen. Ze hebben namelijk ook een computer in het kantoor staan. Ze zijn niet zo heel snel met computers, dus worden wij vaak ingeroepen om de begroting en wat brieven uit te typen. Het is erg handig dat we die lijst op de muur gemaakt hebben want de bisschop wilde weten hoeveel jongens en meisjes er op het centre zitten. Alleen kwamen Teuntje en ik niet heel ver want uit namen als Wayua of Nzou konden we echt niet opmaken of dit nou een jongen of een meisje was. Gelukkig wist Sister Mary dat wel dus hebben we samen die lijst gemaakt. De bisschop wilde die graag hebben, omdat er een nieuwe auto op het centre komt. (waarom hij dan per se het verschil tussen jongens en meisjes wilt weten vraag ik me ook af) Op papier staat namelijk dat het centre twee auto’s moet hebben maar er is er dus maar een. Dit is echt goed nieuws want de andere auto is steeds kapot en staat nu al ongeveer een maand bij de garage! Als het goed is, zijn er dus straks twee auto’s. Sister Mary heeft ook even gekeken wat we met ons geld konden doen aan de auto die nu in de garage staat. De banden zijn helemaal versleten dus met het ingezamelde geld kunnen we twee nieuwe banden kopen! In Kenia wil je natuurlijk niet vast komen te staan in the middle of nowhere met een lekke band!

In het weekend hebben we natuurlijk zoals altijd weer onze was gedaan, toen we daarna wat boodschappen deden in de stad kwamen we Tyrze tegen (Nederlands meisje dat hier ook zit). Ze vertelde dat alle Nederlanders die avond in het hotel naast ons (park side vila) zouden zijn! ’s Avonds waren we daar dus te vinden om even bij te kletsen met iedereen! Het werd erg gezellig en we hebben weer wat nieuwtjes over en weer kunnen uitwisselen. Natuurlijk werd er ook gedanst en de Kenianen hebben ons weer wat nieuwe danspasjes aangeleerd. Ze kunnen hier echt goed dansen! Zelfs de mannen gaan hier altijd geheel uit hun plaat. Al moet ik op sommige momenten als ze een soort van kip na doen, proberen om niet in lachen uit te barsten. Toen het feestje afgelopen was, gingen we maar eens op huis aan. We wilden alleen niet in het donker naar ons huisje terug lopen, dus probeerden we over de heg te klimmen die ons huis van het hotel scheidt. Dit lukte niet echt goed, dus riepen we over de heg naar de watchman van de Mini Lodge (plaats waar we slapen). De watchman was toen zo aardig om ons even op te halen van het hotel en ons te begeleiden naar huis!
De volgende dag ontdekten we een plaats in kitui waar een paar Kenianen aan het volleyballen waren. We vroegen of we mee konden doen en even later waren we verwikkeld in een hevige volleybalwedstrijd. Het was erg grappig om te doen. Ze vertelden ons dat we elke middag wel langs konden komen als we wilden. Dit leek ons erg leuk en we gaan er zeker nog een keer heen.
Op zondag zijn we een keer naar een andere kerk gegaan. We wilden wel eens een echte Afrikaanse kerkdienst meemaken met zang en dans. Dit hebben we geweten ook want gezongen en gedanst werd er zeker! De kerk die we bezochten zag er uit als een soort loods. We liepen naar binnen en toen stonden we in een best grote ruimte met allemaal plastic kuipstoeltjes. Vooraan stond een podium met een aantal chill uitziende banken en een spreekstoel versierd met plastic bloemen. De mis was al begonnen, maar er liepen nog de hele tijd mensen naar binnen toe. Er was iemand ontzettend hard door een microfoon aan het schreeuwen, waardoor het onverstaanbaar werd wat hij zei. Gelukkig werd er daarna gezongen en iedereen stond op om mee te dansen. Op een gegeven moment deed iedereen zijn handen in de lucht en leken ze helemaal in trance te raken van de muziek. Teuntje en ik konden onze lach bijna niet inhouden. De priester (die een soort carnavalspakje aan had) zei toen dat de bezoekers begroet moesten worden. Daar werden wij dus mee bedoeld. We kregen gelukkig alleen maar een hand en hoefden ons niet voor te stellen ofzo. Toen er al anderhalf uur verstreken was vonden Teuntje en ik het wel mooi geweest en liepen de kerk uit. Later hoorden we dat deze kerk dus van die priester was die ‘alle kinderen van de straat afgehaald heeft’. De verdere middag hebben we in de zon bij het zwembad gelegen. Die avond zijn we uit eten geweest met een paar Nederlandse dambouwers. Erg gezellig!

De week op het centre verliep weer erg rustig. Er zitten nu nog maar vier kinderen. Ik moet zeggen dat ik het leuker vind als er meer kinderen zijn. Gelukkig is het bijna vakantie en zien we iedereen dan weer terug. Er is een nieuwe zuster op het centre gekomen. Ze heet ook zuster Mary (heel handig) en we hadden haar al een keer gezien. Ze werkte namelijk eerst in Nairobi bij Marloes en Marlon (bij die zwangere tienermoeders). Wel toevallig dat ze nu dus bij ons geplaatst is!
Die twee gedumpte jongetjes zijn naar huis toe gebracht. De auto is namelijk weer gemaakt en het was echt niet handig voor deze kinderen om op het centre te blijven. Toen Sister Mary de kinderen naar huis bracht, trof ze daar gelukkig een tante aan die voor de kinderen kon zorgen. We hoopten heel erg dat we ze nu niet meer tegen zouden komen en dat ze gewoon naar school zouden gaan.
De schilder is ook druk bezig en de muren zien er weer prachtig mooi uit. Er is ook iemand langsgekomen die alle kapotte ramen vervangen heeft. De banken en bedden waren ook niet zo heel goed meer, dus heeft hij ze ook even gelast. Ook hebben we weer allemaal nieuwe borden bekers en wat bestek gekocht. Wanneer de kinderen naar school gaan nemen ze die mee. We besloten maar een keer om langs te gaan bij twee Engelse mensen die we hier ontmoet hebben. Ze wonen hier al anderhalf jaar en we hebben ‘s avonds lekker bij ze gegeten.

In het weekend hebben we eens even de toerist uitgehangen in Nairobi. We vertrokken op vrijdag al vroeg in de morgen. Natuurlijk gingen we er in een matatu naar toe. Na een rit van 3 uur kwamen we daar aan. We merkten gelijk weer dat Nairobi een stuk kouder was dan Kitui. De eerste toeristische plaats die we graag wilden bezoeken was het Giraffe Centre. We hielden de eerste de beste tuctuc aan die ons daar heen bracht. Nou ja, hij zei dat hij de weg wel wist. Maar hij vroeg ondertussen aan mensen langs de kant van de weg waar het was. Uiteindelijk vond hij het (dankzij onze oplettendheid, want wij wezen hem de hele tijd op de bordjes met Giraffe Centre). Dankzij onze pruillip en bambi ogen kregen we hier zelfs studentenkorting. Het was erg leuk om de giraffes te voeren en je kon ze zelfs een kusje geven (ze kwijlen wel). Toen we uitgekeken waren op deze plek, keken we in ons boekje (voelde me echt een toerist) waar we nog meer heen konden gaan. Teuntje wist namelijk nog te vertellen dat er ergens in de buurt hele mooie kralen gemaakt werden door kansarme vrouwen. We vroegen aan iemand van het Giraffe Centre hoe we daar heen konden gaan. (onze tuctuc driver was natuurlijk al weg). We vroegen hem alleen of we er lopend heen konden of dat we een taxi moesten bellen, maar hij regelde gelijk een lift voor ons! Even later zaten we dus vrolijk pratend in het busje van een ijscoman. Hij zette ons af bij de ingang en we liepen naar binnen. Daar konden we zien hoe de kralen gemaakt werden en kregen we een rondleiding. Met twee Engelse vrouwen zijn we mee terug naar het centrum van Narobi gereden.
In het centrum hadden we namelijk een afspraak met iemand die ons de volgende dag zou rondleiden door de grootste sloppenwijk van Kenia (Kibera de een na grootste sloppenwijk van Afrika). Na heel lang wachten (die Kenianen houden zich hier echt nooit aan de tijd) kwam hij er eindelijk aan. Het was een taxichauffeur, dus hebben we in de auto even een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Hij zette ons af bij een Nederlandse man en vrouw die in Nairobi wonen. Teuntje kent hun via via, dus we hadden daar even een gratis slaapplek. Ze woonden nog even tijdelijk in een heel sjiek huis dus dat vonden we helemaal niet erg.

De volgende dag werden we alweer vroeg opgehaald door onze taxi chauffeur om naar de sloppenwijken te gaan. Er was ook iemand anders mee voor de veiligheid. De sloppenwijk was erg indrukwekkend om te zien. Er leven ongeveer 1 miljoen mensen en dwars door deze wijk heen loopt een treinrails. Het sanitair is echt heel slecht en op sommige punten was de lucht niet te harden. Maar het vreemde is dat de meeste mensen niet ergens anders willen wonen. Het is daar natuurlijk erg goedkoop leven en op de een of andere manier zag het er allemaal wel gezellig uit. (ik weet alleen niet hoe het er ‘s nachts aan toe gaat). Overal zag je kleine winkeltjes en mensen die buiten aan het koken waren, het was echt een soort andere stad waar we in terechtkwamen. Op een gegeven moment kwamen we zelfs bij een soort kwakzalver die op een tafel bij de voordeur wat potjes had staan met iets erin dat er uit zag als limonade. Hij zei dat het verschillende medicijnen waren tegen ziektes als malaria en tyfus. Hij liet ook een certificaat zien waarop stond dat hij een dokter was. (jaja) Vanuit Kibera zijn we doorgegaan naar de masai markt. We hebben hier van alles gekocht en onze afding skills even goed in de strijd gegooid. We namen daarna een matatu naar Edelvale. (een plaats waar we konden overnachten. Er staat ook een school waar een paar kinderen van het centre op zitten) Eerst zaten we in de verkeerde matatu, maar wonder boven wonder vonden we uiteindelijk de goede weg. We brachten hier eerst een bezoekje aan de school en de kinderen die daar ook sliepen. Er zaten vier kinderen van het centre op die echt heel erg blij waren om ons te zien! Vol trots lieten ze hun kamers zien die er in ieder geval een stuk beter uit zien dan op het centre in Kitui. ’s Avonds hebben we ook bij de kinderen gegeten omdat de matron (moeder die op de kinderen past) ziek was. Daarna hebben we natuurlijk weer met de zusters naar de spannende tv serie: Storm over Paradise gekeken.
De volgende ochtend werden we opgehaald door onze taxichauffeur. Hij bracht ons naar het olifantenweeshuis waar jonge olifantjes opgevangen werden die de groep in het wild kwijt geraakt zijn. Je kon daar zien hoe ze gevoerd werden met een fles. Eenmaal terug hebben we nog even wat boodschappen gedaan die je in Kitui niet kan kopen. Daarna reden we weer terug naar Kitui in een matatu. We voelden gelijk weer dat het een stuk warmer was en dat de lange broek die ik in Nairobi aan had vanwege de kou, hier niet nodig was.

Deze week vond er op het centre weer een catastrofe plaats. We waren net bezig met een leuk spelletje, toen ik ineens een bekende stem hoorde. Ik hief verschrikt mijn hoofd op om dat ik het niet wilde geloven. Maar mijn bange voorgevoelens werden waarheid toen ik daar het schattige hoofd van Mangangi (het jongste kind van de moeder die haar kinderen wilde dumpen en die weer naar huis gebracht waren) om de hoek van de deur zag verschijnen. Ik keek opzij naar mama Veronica die ook even niet wist wat ze moest zeggen. Daarna werd hij onderworpen aan een kruisverhoor waar ik natuurlijk geen woord van verstond. Later werd voor mij vertaald dat de twee kinderen uit het huis van hun tante weggelopen waren omdat ze hun moeder wilde zoeken. Het schijnt echt niet tot deze kinderen door te dringen dat hun moeder niet van plan is ook maar een vinger naar ze uit te steken. Uiteindelijk hebben ze hun moeder gevonden (die zich aan het bezatten was in de bar). Ze zijn natuurlijk niet lang bij haar gebleven (want ze zegt dan ‘wacht hier op mij’ en dan laat ze de kinderen weer ergens achter). Op mijn vraag waar die oudste jongen dan in hemelsnaam gebleven was, zei mama Veronica dat hij op de bus naar Mombasa gestapt is! Hij wilde daar een andere tante gaan opzoeken. Maar hij weet de weg daar helemaal niet en hij kan alleen maar Kikamba spreken terwijl ze in Mombasa Kiswahili praten. Dit zou in Nederland net zo iets zijn als een kind die in zijn eentje in de bus stapt naar Parijs. Alleen is het hier ook nog eens een stuk gevaarlijker. Het is erg vervelend dat deze kinderen de hele tijd weglopen van huis om hun moeder te zoeken. Wat we nu met de jongste moeten doen is een raadsel. Hij wordt gesponsord, dus hij kan wel naar school toe

Wordt vervolgd!

Liefs,
Kavata

Ps: Zuster Mary had ons beloofd dat we een keer ‘s avonds de straat op mochten om nieuwe kinderen te werven. Ik weet niet wanneer dat gaat gebeuren want alles is hier natuurlijk weer pole pole.

Ps: We hebben van de kok geleerd om samosa’s te maken! Dit zijn hele lekkere gefrituurde hapjes.

Ps: Afdingen gaat steeds beter, de mensen zijn zichtbaar teleurgesteld als ze er achter komen dat wij de normale prijzen weten.

Ps: Dit is weer een veel te lang bericht!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *